18
hoopvol zoeken. Dit zoeken is verwachten. De dichter zegt: ‘Ik verwacht
den Heere; mijn ziel verwacht, en ik hoop op ZijnWoord. Mijn ziel wacht
op den Heere, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den
morgen’ (Ps. 130:5, 6).
‘Die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan
dewelke gij lust hebt.’ Het woordje
lust
heeft alles te maken met zoeken.
Simeon heeft zo naar de Vertroosting Israëls uitgezien. Anna heeft Zijn
komst verwacht. En de herders hebben naar Hem verlangd. Op Gods tijd
horen zij de blijde boodschap van de geboorte van de Zaligmaker. En zij
kwamen met haast, lezen we in het Lukasevangelie. De komende Engel
des verbonds is voor hen de blinkende Morgenster, Die zal opgaan in de
duisternis van hun leven.
Leg uw hart er eens naast. Zoekt u de Heere? Mist u Hem? Missers worden
zoekers en zij die Hemzoeken, zullenHemvinden. Zoekt uHemniet? Dan
zoekt u nog uzelf. Dan bent nog onherboren, onverzoend en zonder God
en zonder hoop in dit leven. Aangrijpende werkelijkheid. Buiten de Engel
van het genadeverbond kunt u niet voor God bestaan. Buiten Hem ligt u
verloren en gaat u verloren. Laat u tochwaarschuwen.Nogwordt u de enige
weg van heil en behoud gewezen: ‘Zoekt den Heere, terwijl Hij te vinden
is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de
ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den Heere, zo zal
Hij Zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvul-
diglijk’ (Jes. 55:6, 7).
