16
t w e e
De komende Engel des verbonds
En snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden zoekt, te weten
de Engels des verbonds, aan Denwelken gij lust hebt; zie, Hij komt, zegt de
H
EERE
der heirscharen.
Maleachi 3:1b
H
IJ komt! Wie komt?Wie wijst Johannes als wegbereider aan? Het is de
Messias, de Beloofde van de vaderen, de Heere Jezus Christus. Hij is
de Engel van het genadeverbond. Zijn komst is immers genade? Zijn komst
is welbehagen van God. Van eeuwigheid is Hij door de Vader verordineerd
om de Middelaar van het verbond der genade te zijn. Hij, God uit God, en
Licht uit Licht, zal de hemelse heerlijkheid verlaten en komen in eenwereld
die verloren ligt in zonde en schuld. Hij gaat zondaars terugbrengen in de
gunst en gemeenschap van Zijn Vader.
‘En snellijk zal tot Zijn tempel komen...’ Tot
Zijn
tempel. Natuurlijk wordt
hiermee de herbouwde, de nieuwe tempel in Jeruzalembedoeld.Als jongen
van veertig dagen zal Hij daar met Zijn ouders komen om Zich te stellen
onder de wet. Simeon neemt Hem daar in zijn armen en zal van Hem zin-
gen. De 84-jarige Anna belijdt Hem in Zijn huis. Als twaalfjarige jongen
onderwijst Hij daar de farizeeërs en de schriftgeleerden.
Zijn tempel is het huis van Zijn Vader. Daar heeft Hij dikwijls Zijn voetstap-
pen gezet. Daar preekt Hij. Zijnwoordenworden bekrachtigd en bevestigd
door wonderen en tekenen. Het tempelplein is de plaats waar Hij ernstig,
indringend en liefdevol nodigt tot het heil. Daar roept Hij met grote stem:
‘Zo iemand dorst heeft, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft, ge-
lijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik
vloeien’ (Joh. 7:37, 38). Op het tempelplein klinkt Zijn stem: ‘Bekeert u,
bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.’
Zijn tempel... Dat is de tempel, waarvan de Joden zeiden: ‘Des Heeren tem-
