14
het onderzoek van de afzonderlijke bronnen. Daarom zoeken
we gericht naar de antwoorden van Calvijn op de volgende
deelvragen:
1. Wat verstaat Calvijn onder een sacrament?
Bij deze deelvraag willen we onderzoeken of Calvijn mogelijk
ook een definitie van het sacrament geeft en welke gegevens hij
in het algemeen ter sprake brengt bij de leer van het sacrament.
2. Hoe ziet Calvijn de relatie tussen sacrament en geloof?
Bij deze deelvraag willen we, in het verlengde van de eerste deel-
vraag, verder onderzoeken hoe Calvijn ingaat op de verhouding
tussen het sacrament en het geloof.
3. Wat zegt Calvijn over het sacramentele karakter van de doop?
Nadat we in de voorgaande twee deelvragen in het algemeen
hebben onderzocht hoe Calvijn spreekt over het sacrament en
de relatie hiervan tot het geloof, spitsen we ons onderzoek verder
toe op de leer van de doop. We onderzoeken dan wat Calvijn
ons meedeelt over de inhoud van de doop en het sacramentele
karakter van de doop. We letten er tevens op in hoeverre Calvijns
uitspraken over het sacramentele karakter van de doop consistent
zijn met zijn uitspraken over het sacrament en de relatie hiervan
met het geloof.
4. Op welke grond(en) fundeert Calvijn de leer van de kinderdoop?
Bij deze deelvraag willen we stilstaan bij de argumentatie waarmee
Calvijn de bijbelse legitimiteit van de leer van de kinderdoop ver-
dedigt. We letten op de verschillende aspecten die Calvijn vanuit
de Schrift naar voren brengt.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11