15
O
M DEZE PSALM kort samen te vatten en dan ook
begrijpelijker te maken, zullen we hem in drieën
delen. Er zijn op aarde immers ook drie domeinen die
door God zijn bepaald en gegrond.
Het eerste is Zijn hemels Koninkrijk, dat wil zeggen Zijn
Goddelijk Woord en de eredienst. Daar heerst Hij door
de prediking, de Doop en het sacrament van het Heilig
Avondmaal over de gewetens en de zielen. Terecht wordt
dat de christelijke heerschappij, de Goddelijke heerschap-
pij genoemd, en zo moeten wij die ook noemen. Daar is
Hij Zelf de Heere en de Vorst, en zijn wij Zijn hofhou-
ding - wij allen die gedoopt en geroepen zijn om Zijn
Woord te horen, of ook tot het ambt geroepen zijn, opdat
we zullen dopen, preken, troosten en vermanen. Dat is
het hoogste en het belangrijkste. Deze heerschappij voert
Hij vanaf het begin van de wereld tot aan het einde, en
alle macht is daarin gelegen. Hij heeft dan wel evenzo
die andere domeinen gegeven, maar toch heeft Hij Zijn
domein niet aan een ander willen overlaten.
Het tweede domein, dat in deze psalmmet heuvels en ber-
genwordt aangegeven, wordt gevormd door koninkrijken
en vorstendommen, landen en volkeren, of gemeenten.
Zo noemen we het domein van de wereld, of de wereld-
lijke heerschappij en de overheid.
Het derde is het laatste en onderste domein. Daarin is aan
een ieder zijn vrouw, kind, huis en haard gegeven om dat
alles te regeren, opdat hij zich om zijn voedsel zal bekom-
meren en het land zal bebouwen. De anderen, die in het
predikambt staan, zij die moeten regeren en heersen, kun-
nen zich daar niet om bekommeren. Daarom moet er ook
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15