9
‘Ruik maar.’
‘Hè, bah!’Tamara trekt een vies gezicht.
‘Dat bedoel ik.Welterusten.’ Suze veegt haar handen droog en
loopt terug naar haar kamer.
Hè! Hoort ze haar mobiel? Dat kan toch niet. Ja, zie je wel!
Eén gemiste oproep. Van Yara, haar beste vriendin. Opnieuw
gaat haar telefoon over.
‘HoiYara, wat is er?’
‘Rick heeft een ongeluk gehad. Er is vuurwerk in zijn hand uit
elkaar geklapt.’
‘Dat meen je niet!’ Suze slaat geschrokken een hand voor haar
mond.
‘Ja, echt! Ik weet het van Marilène. En die heeft het van Thijs
gehoord. Ze zeggen dat het heel erg bloedde en dat hij mis-
schien wel een paar vingers moet missen.’
‘Wat verschrikkelijk!’ Even staat Suze met de mobiel in haar
handen, dan geeft ze een schreeuw. En nog een. ‘Mam, pap!’
Gelijk stormt ze de trap af. Het is erg! Heel erg! Door de haast
mist ze onder aan de trap een tree en valt languit in de gang.
‘Au!’Toch springt ze gelijk weer op.
‘Wat gebeurt hier allemaal?’ Vader staat in de gang, moeder
komt geschrokken aan lopen. Boven aan de trap kijkt Tamara
met grote ogen naar beneden.
‘Kan het niet wat zachter?’ klinkt het vanuit de kamer.
‘Jasper, doe normaal,’ zegt vader streng. Dan gaat hij voor
Suze staan en legt zijn handen op haar schouders. ‘Vertel nou
eerst eens wat er aan de hand is. Je riep iets en gelijk daarna
hoorden we je met een hoop kabaal de trap af komen.’
‘Mijn mobiel.’ Suze kijkt geschrokken rond. Als die maar niet
kapot is. Ze heeft ’m nog maar een paar weken. Daar ligt-ie.
‘Ah!’ Bukken doet pijn.
‘Heb je niks gebroken?’ roeptTamara, die nog altijd boven aan
de trap staat.
Ze heeft geen idee. Eerst moet ze weten of haar mobiel nog
