11
‘Jaja, ik weet dat ik te lang wacht met terugmailen, maar jij bent
ook nog nooit zo snel geweest als het afgelopen half jaar.’
‘Klopt! Sinds je vader toestemming gaf ommet hemmee te gaan
naar Klein Curaçao, heb ik mijn geduld met de vuilniswagen
meegegeven. Ik kan niet wachten. Als mijn voet daar het zand
raakt, komt mijn droom uit.’ Daan rolt met zijn ogen en trekt een
verwaand gezicht als hij voor zich uit kijkt. Hij weet dat Maureen
daar niet tegen kan.
Maureen steekt haar tongnaar hemuit. ‘Het gaat jenog vies tegen-
vallen, mannetje. Jij zult je zo verschrikkelijk gaan vervelen daar,
dat je zin krijgt om de zandkorreltjes te gaan tellen.’
Hij herkent de omgeving meteen als ze de weg oprijden naar het
huis van oom Jonathan. Toen ze hier vier jaar geleden waren, was
het huisbijnaklaar enwoondenoomJonathanen tanteLorenanog
tijdelijk in het vakantieresort waar ze net langsreden. Ma zegt wel
eens dat oomJonathan altijd al een avonturier is geweest. Als kind
had ze verschillende keren haar broertje moeten zoeken omdat
hij weer eens weggelopen was uit de tuin.
Soms vertelde ze grappige verhalen, zoals over die keer dat oom
Jonathan op zijn vingers wilde leren fluiten. In de klas was hij aan
het oefenen en opeens kwam er een hard fluitgeluid uit. Wat was
de meester boos geworden! Als Daan naar oom kijkt, kan hij zich
goed voorstellen dat oom vroeger een ondeugende jongen was,
die veel kattenkwaad uithaalde. Misschien dat hij oom Jonathan
daarom zo graag mag.
Nadat oom één keer op Curaçao was geweest, wist hij dat hij hier
wilde gaan wonen. Samen met tante Lorena heeft hij vier jaar
geleden het huis laten bouwen. Toen dat klaar was, zijn ze verder-
gegaan met een vakantiehuisje achter in de tuin.
Veel tijd om na te denken krijgt hij niet. Hobbelend komt de auto
tot stilstand.Met eenzwierige zwaai springtMaureenover de rand.
1,2,3,4,5,6 8,9,10