11
een te stevige bal en als je te veel gebruikt, plakt het en kun
je er geen fatsoenlijke balletjes van draaien. Maar Nwokoro’s
moeder is er goed in.
Terwijl Nwokoro en zijn moeder hun fufu en soep eten,
bedenkt hij hoe hij het beste aan zijnmoeder kan vragen of hij
vanavond naar Oboh mag. In de regentijd komen bijna nooit
verhalenvertellers langs, maar nu is Obohs opa op bezoek.
Hij staat bekend als een goede verhalenverteller. Als het niet
regent, komen er vast meer kinderen. Maar of hij er vanavond
alleen naartoe mag?
Voordat Nwokoro zijn eten opheeft, is de regen gestopt.
Eindelijk! Nu kan hij tenminste weer gewoon naar buiten.
Hij neemt zich voor om vanmiddag al even bij Oboh te gaan
kijken. Hij heeft de opa van Oboh nog nooit gezien. Via het
smalle paadje over het yamveld van een buurman is het niet
ver naar Obohs huis.
Moeder ziet ook dat de regen gestopt is en voordat ze van hun
krukjesopstaan, zegt ze: ‘Nwokoro, jemoet vanmiddagdegoot
langs het pad schoonmaken. Al dat regenwater blijft maar op
de compound staan, het is nu zo’n enorme modderboel.’
‘Morgen regent het weer, dat heeft toch helemaal geen zin in
deze tijd?’
‘Jawel hoor,’ zegt moeder, ‘als de goot schoon is, kan het water
beter weglopen.’
De goot schoonmaken… Hij zucht. Hij kan wel wat leukers
verzinnen. Zijn moeder kijkt hem afwachtend aan.
‘Als ik de goot heel netjes schoonmaak, mag ik dan vanavond
naar de compound van Oboh?’
1,2,3,4,5,6 8