9
van hem. Ondertussen hadden ze de grootste pret en deden
ze allerlei ontdekkingen. Nu staan geiten aan een touwtje en
zitten de kinderen op school.
‘Ha Nwokoro, je hebt vast hard gelopen. Je bent zo snel thuis.’
Zijnmoeder isgelukkigthuis,daniserooketen.Nwokoroduikt
onder het lage dak door de veranda op. Hij ruikt de lekkere
lucht van de gekruide pindasoep. Zijn moeder heeft lekker
veel pepertjes in de soep gedaan.
Moeder zit op een laag krukje op de veranda die aan de voor-
kantvanhunhuisvanmodderblokkengebouwdis.Deveranda
heeft aan drie kanten een laag muurtje, waar je ook op kunt
zitten. Het grasdak komt over de veranda en zo is het in de
hete tijd een koele plaats en in de regentijd zit je lekker droog.
Het houtvuurtjewaarmoeder opgekookt heeft smeult nogna.
Moeder heeft een buitenkeuken gebouwd van dikke boom-
stammen als muur en planken als dak, zoals alle vrouwen
doen. Maar zo’n keuken kan alleen in de droge tijd gebruikt
wordenomdathetdakgeenregentegenhoudt.Hetdakisalleen
bedoeld om dingen op te zetten, zodat de kippen en geiten
er niet bij kunnen. In de droge tijd beschermt het ook tegen
de zon. Vader zal in het droge seizoen een nieuwe kookhut
bouwen met een dak dat wel dicht is.
‘Heb je je schrift een beetje droog kunnen houden?’ vraagt
moeder. ‘Jebentnat,hebjehetnietkoud?’Zeschuifteenbeetje
op zodat Nwokoro ook bij het smeulende vuurtje kan zitten.
‘Nee, ik heb me warm gerend.’ Hij haalt zijn schrift onder zijn
bloes vandaan. Het voelt klam aan, maar dat doet alles in de
regentijd. Nwokoro snuift de geur van het houtvuurtje en het
1,2,3,4 6,7,8