11
Voorlezen
‘Was het leuk op school, prinses?’ zegt papa als hij thuiskomt.
‘Ja hoor,’ zegt Sam, ‘de meester is leuk. En de kinderen ook en…’
‘En heb je nog huiswerk?’
Sam trekt een donker gezicht. Soms doet ze wel eens een
wedstrijdjemetpapawiehetboostkankijken.Metditgezichtwint
zemeestal. ‘O, pap…’ zucht ze, ‘dat is toch nog niet in groep vier!’
‘O, Samantha, geen huiswerk?’ Papa slaat een hand voor zijn
mond. ‘Wat erg. Vroeger moesten wij wel elke dag huiswerk
maken. Vermenigvuldigen en ontleden en…’
‘Wij lekker niet,’ zegt Sam. ‘O wacht eens…’ Ze bedenkt iets. ‘De
meester heeft ons toch huiswerk gegeven.’
Mama legt een hand op Sams schouder. ‘Wat voor huiswerk heb
je dan? Moet je iets maken of iets leren?’
‘Nee, ik moet iets mee naar school nemen. Morgen is het
dierendag!’
Papa kijkt op zijn horloge. ‘O ja, vandaag is het 3 oktober, dus
morgen…’
‘Morgen moet Poes mee naar school.’
Mama kijkt naar papa. Die doet of hij heel erg schrikt. Sam snapt
het al. Het mag vast niet.
‘Wat denk jij?’ zegt mama tegen papa.
Papa schudt overdreven zijn hoofd. ‘Poes kan morgen niet,’ zegt
hij. ‘Morgen geeft ze een feestje, dan is ze jarig.’
‘Ze is niet jarig, het is morgen dierendag,’ zegt Sam. ‘U bent toch
ook niet jarig op Vaderdag?’
‘O nee, dat is ook zo. Maar Vaderdag is wel een feest. Zullen we
voor Poes ook een feestje vieren?’
Sam probeert het toch nog maar: ‘Maar mag ze dan ook mee
naar school?’
1,2,3,4,5,6 7