10
Ze liggen op een tafeltje op zijn kamer.
Netjes in rijtjes.
Hij heeft er al heel veel.
Uit Amerika, uit China, uit Zweden, uit Rusland.
En uit nog veel meer landen.
Bart is er trots op.
Ik bof dat opa piloot is, denkt hij.
Opa wrijft over zijn snor.
‘Dat lukt wel, denk ik,’ zegt opa.
‘Ik neem een rand voor je mee.
Zo heten de munten in Zuid-Afrika.’
Hij neemt een slok van zijn koffie.
‘Opa! Kijk nou eens uit!’ roept oma.
Opa kijkt verbaasd.
Hij zet zijn kopje terug op het schoteltje.
‘Wat is er?’
‘Je snor hangt in de koffie!’ zegt oma boos.
‘Kijk nou! Het druppelt op je broek.’
Bart moet lachen.
Opa heeft nu een halve witte snor.
Die staat met een krul omhoog.
En hij heeft een halve bruine snor.
Die hangt zielig naar beneden.
Er hangt een bruine koffie-druppel aan.
1,2,3,4,5 7