9
‘We zijn eerder thuis dan ik had verwacht.’ Vader knikt tevre-
den als ze hun woonplaats inrijden. ‘Misschien ga ik na het
eten even naar de zaak.’
Moeder fronst. ‘Op zaterdagavond?’
‘Je snapt toch wel dat ik in deze tijd dingen moet doen die ik
zelf ook niet leuk vind?’ zegt vader. ‘Maar oké, ik haal alleen
even de post op. Mailen kan ik thuis ook.’
‘Mailen? U hebt de hele week met uw Blackberry rondgelo-
pen.’ Carmen heeft zich er wel eens aan geërgerd, dat haar
vader geen stap deed zonder zijn telefoon. Zelfs op de skipiste
stond hij nog met zijn secretaresse of met een klant te bellen.
En wat moet moeder snappen in deze tijd?
‘Klopt.’Vader kijkt een beetje schuldig. ‘Maar ik heb wat gege-
vens nodig om sommige mailtjes te beantwoorden.’
Moeder draait zich even om naar Carmen en zegt: ‘Het was
toch wel een goed idee om ons in Oostenrijk in te laten sneeu-
wen.’
‘Ik heb alleen maar goeie ideeën,’ vindt Carmen.
‘Maar ik wil naar school.’ Dennis’ stem klinkt vastbesloten. ‘Ik
heb Jeroen en Jesse een hele week niet gezien.’
Carmen kreunt. ‘Naar school… Dat komt omdat jij nog op de
basisschool zit. Als je op het Rijnmondcollege zit, piep je wel
anders.’ Ineens schiet ze overeind en bonst met haar vuisten
tegen het raampje. ‘Anoek. Ik zie Anoek!’
Vader toetert, maar Anoek fietst zonder te reageren verder in
de regen. Zo te zien waait het ook hard, want ze moet flink
trappen om vooruit te komen.
‘Wat een dove.’ Carmen laat zich met een zucht tegen de leu-
ning vallen.
‘Maandag zie je haar de hele dag,’ merkt vader op. ‘Op die
saaie school van je.’
‘Flauw,’ vindt Carmen. Ze kijkt naar buiten. Nog een paar
minuten, dan zijn ze weer thuis en is de vakantie echt voorbij.
1,2,3,4 6,7,8,9