16 –
kinderjaren
bij dit voorval op: ‘Deze wonderlijke uitredding heeft
overigens bij Willems zuster niets nagelaten dan een uit-
wendige verandering; verder is hetmet haar niet gekomen.
Zo zien we dat, al hebben we bijzondere uitreddingen
voor de tijd, deze geen grond geven om te hopen voor
de eeuwigheid. Nochtans hoort God zelfs de jonge raven
als zij roepen. Mocht een onbekeerd mens denken: God
hoort mij toch niet, hieruit blijkt wel heel duidelijk dat de
Heere Zijn oren opent voor al Zijn schepselen.’
Broer Jan
Het leven vanWillem Slootmaker is een leven van teleur-
stellingen geweest. Onder zijn broers was er één die op
hem gesteld was en dat was zijn broer Jan. In die tijd was
er vooral ’s winters gebrek aan werk. Van steun door de
overheidwas toen nog geen sprake.Wel werd er soms wat
erwtensoep of brood onder de armen uitgedeeld, maar
daarbij bleef het dan ook. Om die redenen besloot Jan
Slootmaker dienst te nemen in het leger.
Toen de dag van vertrek was aangebroken, moesten de
broers afscheid nemen van elkaar.Dat was een ontroerend
moment. ’s Morgens nam Jan zijn jongere broer Willem
in zijn armen en kuste hem, terwijl de tranen over zijn
wangen rolden. ‘O, Willem’, zei Jan, ‘ik zou je wel mee
willen nemen, maar dat gaat niet. Hier heb je een dub-
beltje en een twee-en-een-halve-centstuk en nu verder
goed oppassen, hoor!’
Zo vertrok Jan en zolang als hij hem na kon kijken, heeft
Willem geroepen: ‘Dag Jan, dag Jan!’ Toen Jan later op
wacht stond, klonken deze woorden hem steeds nog in
zijn oren. Totdat de dood er een einde aanmaakte, zijn de
beide broers altijd goede vrienden gebleven.
5
Het stelen afgeleerd
Later verteldeWillemSlootmaker eens hoe deHeere hem
in zijn kinderjaren het stelen heeft afgeleerd.
Op een zaterdagavond zouWillemmet zijn vadermeegaan
naar de kapper. Het was zomer, de aalbessen en kruisbes-
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15