14 –
kinderjaren
aan vader of moeder, zodra deze thuiskwam. Die kon
er natuurlijk geen hoogte van krijgen en wie het ondeu-
gendste leek, werd opgesloten in een apart vertrek op de
meestoof. Daar kon het kind dan nadenken over wat het
misdaan had en de straf uitzitten.
In de meeste gevallen behoordeWillem tot de gestraften.
En als hij zo opgesloten zat in de meestoof, is het wel
gebeurd dat hij stampvoetend van kwaadheid op zijn
ouders schold en zijn moeder vervloekte. Later, in de tijd
van zijn overtuiging, bracht de Heere die zonde terug in
zijn geweten. Met diepe smart heeft hij die zonde toen
beweend.
De ouders van Willem deden weinig of niets aan gods-
dienst. Nooit werden de kinderen gewaarschuwd tegen
de zonde.Nooit hoorden ze over Gods heilzame geboden.
Willemwas nog maar zeven jaar toen zijn moeder stierf.
3
Het enige wat hij van haar wist, was dat ze een schrandere
vrouw was. Na haar sterven brak voor Willem een heel
ongelukkige tijd aan. Zijn vader trouwde namelijk al snel
daarna met een andere vrouw, die weduwe was en ook
kinderen meebracht.
4
In die tijd was er nog geen leerplicht. De kinderen uit
het gezin gingen weinig of niet naar school. Willem, die
ondeugend van aardwas, groeide voor galg en rad op. Zijn
stiefmoeder mocht hem niet en omgekeerd was dat ook
het geval. Als hij ‘s morgens de deur uitging, kwam hij er
niet weer in voor ‘s avonds, tegelijk met zijn vader. Om
zijn honger te stillen, stal hij hier en daar peen of kroten
uit een tuin. Daarmee ging hij naar de vuurputten waar
het vlas werd gedroogd. Daarin bakte of smoorde hij dan
de gestolen groente, waarna hij ze opat.
Bij zijn stiefmoeder kwamen veel klachten over het gedrag
van Willem binnen. Op haar beurt verklaarde ze hem
vogelvrij. Willem had uiteindelijk toch liever brood dan
peen of gestolen kroten, maar van zijn moeder kreeg hij
het niet. Hij wist zijn doel echter op een andere manier te
bereiken Hij wachtte zijn vader op, als deze terugkeerde
van zijnwerk. Vervolgens deelde hij aan zijn vadermee dat
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13,14,15