9
paar kasten. Links is een deur. Hij opent de deur en stapt een
hal in. Aan de muur hangt een kapstok en links is een brede
trap naar boven.
Met de jerrycan nog steeds in zijn hand loopt hij de trap op.
De traptreden kraken bij elke stap die hij zet. Hij let er niet op.
Zijn slapen bonken.
Bovenaangekomenkijkt hij rond.Opdeoverloopzijnverschil-
lendedeuren.Hij trekt eendeur openenkijkt naar binnen. Een
tweepersoonsbedverraadtdathierdeboerenzijnvrouwslapen.
Hij trekteenanderedeuropen. Indekamer staateenstapelbed.
Aan de muur hangen verschillende posters van paarden. Op
een tafeltje staat een pop. Ook mis.
Gerard trekt een derde deur open. Nu lijkt het goed te zijn. Hij
stapt naar binnen en doet het licht aan. Hij kijkt rond. In de
hoek van de kamer staat een bed. Daarnaast een nachtkastje.
Op het bureau liggen verschillende papieren. Gerard pakt er
eenop. Het is eenbrief. ‘LieveGert-Jan,’ begint de brief. Gerard
knijpt debrief inzijnhanden fijn.Hij smijt depropopdegrond.
In zijn boosheid geeft hij de prullenbak een schop. Het ijzeren
ding vliegt door de kamer. Afval valt op de grond. Gerard let
er niet op. Hij heeft in ieder geval de goede kamer gevonden.
Hij loopt naar het bed en draait de dop van de jerrycan. Een
doordringende benzinegeur trekt door de kamer.
Gerard stampt een keer woedend op de grond. Zijn ogen vul-
len zich met tranen. Hij bijt op zijn lip. Nu moet en zal het
gebeuren. Hij tilt de jerrycan op en gooit de inhoud over het
bed, de boekenkast en het bureau. Als de jerrycan leeg is, smijt
hij hem van zich af.
Dan bukt hij zich en pakt een punt van het laken op. Uit zijn
1,2,3,4,5,6 8,9,10