14
vorst der duisternis hand over hand terreinwint.Wiemet de Schrift in de hand de dingen
eerlijk onder ogen ziet, moet belijden: het is een schuld die Gods kinderen en knechten
allereerst bij zichzelf hebben te zoeken! We moeten niet de tijdgeest de schuld geven. Of
de wetenschap. Of de secularisatie. Nee, de hand moet in eigen boezem.
Zie eens wat een geweldige krachtbron de gelovigen ter beschikking staat: ‘de sterkte
van Zijn macht’. Dat is niets minder Christus’ allesoverwinnende opstandingskracht. De
kracht waarmee Hij zonde en duivel overwon. Maar het euvel is dat we persoonlijk en
kerkelijk niet uit Hem leven! We zijn nog veel te veel zélf koning. Anders gezegd: we zijn
nog veel te sterk. En dan bedoel ik: veel te sterk in onszélf. En dat ondanks alle nederlagen
die al zijn geleden. Paulus kende het geheim, toen hij beleed: ‘Want als ik zwak ben, dan
ben ik machtig (...) Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht
van Christus in mij wone’ (2 Kor. 12:9, 10).
De gehele wapenrusting
Met het oog op de geestelijke strijd roept Paulus de Efeziërs vervolgens op tot het aan-
doen van de geestelijke wapenrusting: ‘En doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat
gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels’ (vs. 11). Zoals een soldaat met
het oog op de strijd zijn uniform moet aantrekken, zo moet de christen zich omgorden
met de geestelijke wapenrusting. Daarbij gebruikt de apostel voor ‘wapenrusting’ een
woord waarmee in militaire kringen de uitrusting van een zwaar bewapende soldaat
wordt aangeduid. ‘Het gaat niet om een licht bewapende infanterist, maar om een zwaar
bewapend commando’ (L. Floor).
