12
woningen langs hetwater straalt rust uit.Enmet haar kastelen
en fraaie herenhuizen ademt zij zelfs een adellijke sfeer. Hier
woonden de baronnen, graven en jonkheren op Sterkenburg,
Hardenbroek, Leeuwenburg, Lunenburg, Sandenburg, Hin-
derstein,Groenesteyn,Walesteyn enZuylenburg. Iets terzijde
vindenwe ookMoersbergen,HuisDoorn,Beverweerd enheel
vroeger ookRijsenburg,waarvan alleenhet poortgebouwnog
over is. De betekenis van deze huizen lag weliswaar vooral in
het verleden.
Maar behalve de adeldom van deze streek, nu voor een groot
deel vergane glorie, getuigt de (ongeschreven) historie ook
nog van een andere adel die deze omgeving stempelde. Een
geestelijke
adeldom! Hier woonden vele van Gods kinderen,
eenvoudige lieden die door genade de Heere hadden leren
vrezen. Oude mensen wezen in mijn jeugd nog aan hoe in de
omgeving van kasteel Sterkenburg in de negentiende eeuw
welhaast om het andere huis een kind van God woonde.
In zijn boek
Memoires
(1953) typeert wijlen prof. G.Wisse, die
in de vorige eeuw tweemaal als predikant in Driebergen heeft
gestaan, het land van Driebergen als ‘het land van Immanuël;
het liefelijk gelegen paradijsoord in het Sticht, met zijn bos-
sen, weilanden, vruchtbare akkers en boomgaarden, met zijn
vele landhoeven, buitenplaatsen en kastelen. En’, zo schrijft
hij, ‘als dan deze lustwarande in het voorjaar de lentetooi
deed aanschouwen en straks in zomerluister alles opriep tot
heerlijkheid Gods, dan was er menigmaal als een paradijs-ure
te doorleven. Zo was het voor het uitwendige en in natuurlijk
opzicht.Maar ook in geestelijk opzicht was daar zoveel goeds.
Tenminste nu (1953) ongeveer een halve eeuw geleden. Daar
1,2,3,4,5,6 8,9