10
werd zijn naam bekend. Hij zou dit zelf niet gewild hebben,
want hij zocht geen eigen eer. Daarommag ook dit boek niet
eindigen in de eer van mensen, maar in de roem van Gods
genade in Christus alleen.
Een andere reden voor het verschijnen van deze uitgave ligt
in de wens van sommigen dat een selectie uit de brieven van
onze overleden vriend zo nog voor deze en gene tot lering en
troost zou mogen strekken.
Moge de nagedachtenis van de rechtvaardige tot zegening
zijn, zoals hij zelf eens schreef: ‘Olie en reukwerk verblijdt het
hart; alzo is de zoetigheid van iemands vriend, vanwege den
raad der ziel’ (Spr. 27:9).
Driesum, najaar 2014
ds. L.H. Oosten
1,2,3,4 6,7,8,9