9
- 1 -
Eva
MOEDER
ALLER
LEVENDEN
Voorts noemde Adam de naam zijner vrouw Eva, omdat zij
een moeder aller levenden is.
GENESIS
3:20
D
RIENAMEN,waarmeeAdamzijn vrouwnoemt, lezen
we op de eerste bladzijden van deHeilige Schrift. Eerst
horen we de verwonderde, blijde uitroep van een geluk-
kige bruidegom: Manninne! De Heere geeft de eerste mens
een levensgezellin en we lezen dat Adam spreekt: ‘Deze is
ditmaal been van mijn benen en vlees van mijn vlees. Men
zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen
is’ (Genesis 2:23b). Vermoedelijk kort daarna, in Genesis 3
vers 12, wijst een bevende, benauwdeman naar zijn gevallen
vrouw. ‘De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt...’ heet ze nu.
Tijdens dezelfde ontmoeting met hun Schepper klinkt die
derde naam: ‘Voorts noemde Adam de naam zijner vrouw
Eva, omdat zij een moeder aller levenden is’ (Genesis 3:20).
Eva’s naam
Hoogst opmerkelijk is het moment waarop Adam de laat-
ste naam aan zijn vrouw geeft. De echo van het woord van
de levende God klinkt na: ‘...want gij zijt stof en gij zult
tot stof wederkeren’ (Genesis 3:19b). Als een doodsvonnis
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11