DE SCHEPPING
5
januari
De vierde dag
Lezen: Genesis 1:14-19; Psalm 8:1-5
Heb je op een heldere avond wel eens een poosje naar de hemel gekeken,
naar de maan en al die ontelbare sterren? Mooi hè? Op de vierde dag
heeft God zon, maan en sterren geschapen. Er was al wel licht op de
wereld (denk maar aan de eerste dag), maar dat licht was niet genoeg om
bij te leven. Daarom maakt de Heere de zon voor overdag. Op die vierde
dag ging zij stralend en warm op in het oosten en ’s avonds ging zij in
het westen onder. De nacht kwam, maar het was niet helemaal donker,
want aan de hemel scheen de maan, omringd door prachtige sterren. De
Heere houdt van orde. Hij heeft de dag en de nacht ingesteld, maar ook
de jaargetijden en eb en vloed. Waarom staat er niet in de Bijbel hoe
de zon eruit zag, hoeveel sterren er gemaakt zijn en hoe alles precies
in elkaar zit? Wij zijn nieuwsgierig en willen alles weten en begrijpen.
Maar God heeft de Bijbel niet aan ons gegeven als een interessant boek,
maar opdat wij in Hem zouden geloven! In Psalm 8 kijkt David naar de
hemel. Hij ziet het werk van Gods vingers: de maan en de sterren. Hij
voelt zichzelf heel klein. Lees vers 5 maar: ‘Wat is de mens dat U aan hem
denkt? Hij eindigt de psalm met een lofprijzing: ‘O H
EERE
, onze Heere, hoe
heerlijk is Uw Naam op de hele aarde!’
Vraag:
Prijs jij God wel eens voor wat Hij geschapen heeft?