Rivierdolfijnen in nood

10 ‘Het Amazonegebied is zo groot dat bijna alle landen van Europa erin passen,’ zegt Nicky. ‘Wijsneus.’ Nicky trekt haar camera uit het netje van de stoel voor haar. ‘Ik weet wel hoe ik mijn verhaal boeiend kan maken.’ Vince slaat gelijk zijn handen voor zijn gezicht. ‘Je gaat toch geen foto van mij in het verslag zetten?’ Snel klikt Nicky een paar foto’s en ze grinnikt. ‘Natuurlijk wel. En ik app deze mooie foto naar Emelie.’ ‘Als je dat doet ...’ zegt Vince dreigend. Nicky trekt zich er niets van aan. Er klinkt een bel en een vrou- wenstem begint te praten. ‘Riemen vast, kinderen,’ zegt vader. ‘De landing wordt ingezet.’ ‘Eindelijk,’ zucht Vince. ‘Na tien uur vliegen vind ik het wel genoeg.’ ‘We hebben ruim achtduizend kilometer achter ons,’ zegt Nicky. ‘Hoe heb je het volgehouden, Vince?’ zegt moeder bewonderend. In haar felblauwe ogen zijn pretlichtjes te zien. Vader kijkt op zijn horloge. ‘In Nederland is het nu vier uur in de middag en wij komen aan om elf uur in de morgen, plaatse- lijke tijd.’ ‘En het is zaterdag, toch?’ vraagt Vince. Een vriendelijke stewardess loopt tussen de rijen door om te controleren of iedereen de riemen goed heeft vastgemaakt. Nicky kijkt schuin naar haar vader. Voor zijn werk gaan ze een paar maanden naar Brazilië. Vader is bioloog en gaat onderzoek doen voor een natuurbeschermingsorganisatie. Vader praat nooit veel over zijn werk. Maar kort voor ze vertrokken, heeft Nicky zijn laptop open zien staan. In een flits had ze informatie gelezen. Gaat vader echt onderzoek doen naar die bedreigde, bijzondere dieren? Ze kijkt naar Vince. Haar ontdekking heeft ze niet met

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==