Rivierdolfijnen in nood

9 ‘Over krokodillen?’ ‘Nee, over jou, nou goed.’ ‘Dat kunnen alleen maar leuke dromen zijn,’ zegt Vince stoer. Hij maakt propjes van een servet en slaat ze met zijn hand weg tegen de stoel voor hem. ‘Gebruik je die stoel als doel?’ vraagt Nicky. Hij steekt zijn duim op. ‘Ik doe aan handbal omdat ik in het vliegtuig niet mag voetballen. Ik blijf het stom vinden dat mijn pomp niet mee mocht in mijn handbagage. Dan had ik de bal op kunnen pompen en uren kunstjes kunnen doen. Wedden dat ik mijn record bal hooghouden verbroken had?’ ‘Jij doet net alsof er in heel Brazilië geen voetbal te koop is, door een bal en een pomp mee te nemen.’ ‘Fout! Ik heb niet één, maar víjf voetballen van mijn favoriete merk meegenomen.’ ‘Jij spoort echt niet, broertje.’ ‘Wat nou, broertje? Ik ben wel een paar minuten ouder.’ Nicky glimlacht en haalt een hand door haar krullen. ‘Maar niet wijzer ...’ Vince wordt vaak als haar oudere broer gezien, die al lang in de brugklas zou zitten. Maar ze hebben nog maar net het eerste half jaar van groep acht achter de rug. Er vliegt een propje in haar richting, maar ze duikt snel weg. ‘Je moet wel sneller zijn om mij te raken.’ Ze steekt haar tong tegen hem uit en klikt in haar scherm een document open. ‘Wat ga je doen?’ Vince leunt tegen haar aan. ‘Ik maak een verslag voor groep acht en de meester.’ ‘Heel boeiend.’ Vince trekt een serieus gezicht en doet alsof hij in een microfooon praat. ‘We vliegen nog steeds over het Ama- zonegebied. Ik zie groen, groen en nog eens groen.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==