Wereld aan de overkant

9 en is nu weer op weg naar de kelder. ‘Oma, weet u wat ik in de schuur gevonden heb?’ hijgt hij. ‘Dat wil ik graag weten, als jij eerst even het pannetje draadjes- vlees voor me uit de kelder haalt.’ Joep grijnst naar haar en stommelt meteen de keldertrap af. Het draadjesvlees van zijn oma is het lekkerste vlees dat hij ooit gegeten heeft. Onder aan de trap staat hij stil en kijkt zoekend de kelder rond. Door het raampje dat hoog in de muur zit, valt een streepje zonlicht naar binnen. Direct onder aan de trap staat de vriezer. Onder de trap staan bloempotten, vazen en grote glazen buik- flessen. De buikflessen gebruikt opa om wijn in te maken. Die wijn maakt hij in september als de druiven rijp zijn die langs de zuidkant van het huis groeien. Maar soms ook eerder in de zomer. Als er veel frambozen, aardbeien of bessen zijn, maakt hij daar ook wijn van. Langs de langste wand van de kelder zijn over de hele breedte planken gemaakt. Op de bovenste plank staan potten zelfgemaakte jam, kersen op sap, abrikozen op brandewijn, bessensap en nog veel meer door oma gemaakt lekkers. De plank eronder staat vol met boodschappen. Joep ziet het pak hagelslag en de dropjes die hij zelf heeft meege- bracht ook. Dan valt zijn oog op een zwart gietijzeren pannetje. Joep legt de lamp neer en licht het deksel op. ‘Huh? dat is geen vlees,’ mompelt hij. Zoekend kijkt hij weer de kelder rond. Dit is toch echt het enige pannetje dat er staat. Hij haalt zijn schouders op, pakt zijn zaklamp en gaat naar oma in de keuken. ‘Oma, ik zie het vlees niet. Er staat alleen een pannetje met wit spul.’ Op oma’s gezicht schieten allemaal rimpeltjes tevoorschijn. ‘Ha, ha, ha!’ Haar handen kletsen tegen haar oranje met groen geblokte schort. ‘Ik snapte al niet waar je zo lang bleef!’ Haar haren, die nog steeds bijna net zo rood zijn als die van hemzelf, pieken alle kanten op. Joep moet vanzelf meelachen als hij haar

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==