Een nieuw lied

- 10 - ‘Het zijn monniken uit het Augustijnerklooster in Antwerpen. Alle monniken uit dat klooster waren tot de nieuwe leer overgegaan. Eerst was hun overste Hendrik van Zutphen gevangen- genomen. Maar hij is bevrijd door de inwoners van Antwerpen. Honderden vrouwen hebben daarbij meegeholpen. Het lukte Van Zutphen daarna om uit deze streek weg te vluchten. Kort daarna zijn de monniken van het klooster met hun nieuwe overste Lambert van Thorn gevan- gengenomen. Het klooster is met de grond gelijk gemaakt. Dertien monniken hebben herroe- pen en zijn vrijgelaten of naar Dordrecht overgebracht. Drie mannen bleven trouw: Hendrik Voes, Johannes van Essen en overste Lambert van Thorn. Ik heb gezien dat de laatste zojuist weer is weggebracht, waarschijnlijk terug naar de gevangenis. Waarom, dat weet ik ook niet ...’ De tapijtwever is steeds zachter gaan praten en nu zwijgt hij. Het is beklemmend stil geworden op de Grote Markt. Kijk, daar staan Hendrik Voes en Johannes van Essen. Er kringelt rook om- hoog. Het vuur is aangestoken! Vlammen slaan uit het brandende stro. Dan hoort François hoe de twee veroordeelden beginnen te praten. Iedereen spitst zijn oren om er iets van te kunnen opvangen. ‘Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Chris- tus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, ne- dergedaald ter helle; Ten derden dage wederom opgestaan van de doden; Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders; Vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof een heilige, algemene Christe- lijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven.’ Zijn dat ketters? Zijn dat mensen die deze wrede dood hebben verdiend? François begrijpt er niets van. Hij kijkt om zich heen en ziet dat veel mensen tot tranen ontroerd zijn. Het brandende hout knettert. Kijk, de vlammen stijgen al hoger en hoger. En dan ... begint een

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==