Piet Storm en de race tegen de klok - page 3

8
‘Zonder lever kun jij toch ook niet leven?’
‘Loan ook niet!’ Cas schudt heftig met zijn hoofd en zijn ogen
vullen zich met tranen.
‘Misschien dat ...’ Moeder zwijgt even. Wat ze wil zeggen is
eigenlijk zo vreselijk. Misschien dat er een donorlever beschik-
baar komt, maar ... danmoet er eerst iemand sterven. Ze hoopt
vurig dat haar jongste zoon een nieuwe lever krijgt, maar dat
kan alleen als ...
Dat is het ellendige van hun situatie. Opnieuw voelt ze tranen
komen. Maar ze probeert flink te zijn. ‘We moeten geduldig
wachten, Cas. Je weet wat ik gezegd heb: Zolang er leven is, is er
hoop. Kom, we schenken drinken in en gaan lekker even buiten
op het terras zitten.’
‘Wanneer gaan wij na Loan?’ vraagt Cas.
‘Vanavond, als papa thuis is en gegeten heeft. Hij zou proberen
rond vier uur thuis te zijn, want het is wel drie uur rijden naar
Groningen.’
‘Wanneer komt Loan bij ons?’ vraagt Cas verder.
Moeder zucht. ‘Als ik het wist ...’
Dan gaat de deur open.
‘Papa!’ roept Cas blij.
Moeder kijkt verrast op. ‘Arjan, wat ben je vroeg!’
Vader geeft zijn vrouwLilianne een zoen enCas een knuffel. ‘Ja,
ikheb alles evenovergedragenaanDerreck. Ikheb vandaagwat
na lopen denken. Nu Roan sinds gisteren in Groningen in het
ziekenhuis ligt, moeten we iets anders gaan bedenken. Iedere
dag heen en weer rijden houd je niet vol, lief. Ik stel voor dat
we een hotel voor je boeken in Groningen. Cas heeft zomerva-
kantie. Hij kan met je mee. Maar de zaak in Rotterdam moet
ook doordraaien. Ik blijf hier, maar zal om de paar dagen naar
1,2 4,5
Powered by FlippingBook