Iza krijgt een pony - page 4

9
plagen. Dat is niet altijd leuk.
‘Sorry, dat we wegrenden,’ zeggen ze tegelijk als ze binnenkomen.
Papa en mama zitten nog steeds aan tafel. Ze schudden hun hoofd.
‘Driftkoppen,’ zegt mama. Maar ze lacht er een beetje bij.
‘Jullie hadden beter eerst kunnen luisteren,’ zegt papa. Hij pro-
beert streng te kijken, maar dat lukt niet zo goed. Dan moeten
ze alle vier lachen.
Iza gaat op haar stoel zitten met haar armen over elkaar. ‘Vertel
maar,’ zegt ze. Haar buik voelt raar. Zo spannend vindt ze het.
Job gaat ook op zijn stoel zitten. Hij knippert snel achter elkaar
met zijn ogen, ziet ze. Dat doet Job alleen als hij zich druk maakt.
Mama maakt een gebaar naar papa. Vertel jij het maar, betekent
dat. Papa kucht en begint te praten. ‘We gaan dus verhuizen. We
gaan naar Zanddorp. Weten jullie waar dat ligt?’
Iza schudt haar hoofd. Ze heeft zelfs nog nooit van Zanddorp
gehoord.
Maar Job knikt. ‘Dat ligt bij het strand.’
‘Precies,’ zegt papa. Hij prikt met zijn wijsvinger naar Job. ‘Daar
gaan we heen.’
‘Maar wat moeten we daar?’ vraagt Job verbaasd.
‘Dat zal ik je vertellen,’ zegt papa.
‘Ja, daarvoor zitten we hier aan tafel,’ vindt Iza.
‘Bijdehandje,’ bromt papa. ‘Jullie zullen echt opkijken ...’ Ge-
heimzinnig kijkt hij hen aan.
Schiet nou op, denkt Iza. Haar buik doet pijn. Ze wrijft erover.
Dat helpt een beetje.
‘Houden jullie van paarden?’ Papa maakt de spanning nog groter.
‘Ja, duh, we houden hier allemaal van paarden,’ zegt Job. En hij
heeft gelijk. Papa en mama zijn ook veel op de manege. Ze hebben
zelfs allebei een eigen paard! Dorus en Wies heten ze.
‘Houd ze niet langer in spanning,’ zegt mama.
1,2,3 5,6,7
Powered by FlippingBook