Iza krijgt een pony - page 3

8
‘Wat is er dan?’ Ze schreeuwt bijna.
‘We gaan verhuizen,’ zegt papa.
‘Leuk hè?’ zegt mama. Ze kijkt weer blij.
‘Verhuizen?’ Er komen tranen in Iza’s ogen. Verhuizen! Leuk?
Echt niet!
‘En Romeo dan? En de manege? En Ruth? En de school? En ...?’
‘Dat komt allemaal goed,’ zegt mama. ‘Luister maar.’
Luister maar? Dat hadden ze gedacht!
‘Ik blijf hier!’ schreeuwt ze.
Ze gooit de keukendeur open en rent naar buiten. De tuin door,
het poortje in, de straat op.
Bam! Ze botst tegen iemand aan. En die houdt haar nog vast ook.
‘Laat me los!’ schreeuwt ze. Ze wil schoppen.
‘Rustig zeg!’ Het klinkt streng.
Ze kijkt omhoog. Het is Job. Job is al zestien en heel lang. Zelfs
langer dan papa. Zijn rode haar geeft bijna licht in het donker.
‘Ik wil niet verhuizen,’ snikt ze.
Job neemt haar mee de stoep op. ‘We staan midden op straat,’
bromt hij.
‘Ik wil niet weg,’ huilt ze.
Job slaat zijn armen om haar heen.
‘Ik ook niet,’ zegt hij. ‘Waarom zouden we weggaan? We wonen
vlak bij school. We hebben hier vrienden.’
‘En de manege,’ helpt Iza hem herinneren.
‘Precies!’ zegt Job.
‘Waarom willen ze dan verhuizen?’ vraagt Iza.
Job haalt zijn schouders op. ‘Ik weet het niet. We gaan het vragen.’
Hij zucht. ‘En sorry zeggen, want ik ben zomaar weggerend.’
‘Ik ook,’ bekent Iza.
‘Kom.’ Job legt zijn arm om haar schouders. Het voelt veilig. Een
grote broer is leuk. Meestal tenminste. Soms kan hij ook vreselijk
1,2 4,5,6,7
Powered by FlippingBook