5
e e n
Oorlog
Het was eerst niet zo gauw tot hem doorgedrongen wat er aan de hand
was. Freek was nog half in slaap en dacht dat er bij de buren iets was
omgevallen. Een stoel of zo.
Maar toen het maar bleef dreunen, begreep hij dat het iets anders
moest zijn.
Hij lag te trillen in zijn bed.
Het leek wel of boven, bij ome Herman, alle meubels aan het dansen
waren.
Maar toen was daar opeens de stem van zijn vader.
‘Vlug jullie! Je bed uit! Hoor je ze schieten? Er is oorlog!’
Toen schoot Freek overeind.
Opeens was hij klaarwakker.
Oorlog!
Zomaar, midden in de nacht?
Hij hoorde vader de trap afstormen en even later druk praten met
mensen op straat. Het klonk erg opgewonden.
Geen wonder, oorlog hadden ze nog nooit meegemaakt.
Freek had er wel verschrikkelijke verhalen over gehoord. Vooral de
laatste tijd.
Wat de Duitsers in Polen hadden gedaan, daar spraken de mensen
schande van. Daar waren ze zomaar binnengevallen. Zouden ze dat
nu in Nederland ook gedaan hebben?
Hitler was een slechte kerel, dat wist Freek allang. Als ze visite hadden
werd daar vaak over gepraat. Moeder vond het ongezellig als er over
politiekwerd gesproken,maar hetwas er toch altijdweer opuitgedraaid.
Daar in Duitsland gebeurden zulke vreemde dingen.
