10
F
3
G
ik maak de taak.
de taak van de poes.
ik wil ook de taak van de poes.
maar ik moet die kip doen.
ik doe dat heel rap.
dan mag ik naar sam.
ron, ben je daar al?
wat leuk.
Maak blad 2 van je werkboek.
1,2,3,4,5 7,8,9