8
De onrust neemt in het hele land toe. Het volk laat zich de wetten
niet voorschrijven.
Philip vertelt zijn vrouw dat er vervolgingen zullen komen.
Alle predikanten die de koning niet willen gehoorzamen, mogen
niet meer preken.
Ze moeten hun pastorie verlaten! Zonder pardon worden ze op
straat gezet.
Met medelijden kijkt Philip naar zijn vrouw.
Ze huilt.
‘Maar man, hoe moet dat nu? Over enkele weken zal ons kindje
geboren worden. Hoe moet dat dan?’
Ze zucht diep. Maar ook haar man weet geen oplossing.
Het blijft een poosje stil in de kamer.
Plotseling horen ze het hinniken van een paard. Beiden kijken op.
Een deftig heer komt de oprijlaan oprijden. Het is Daniël Matthe-
wes, de schatrijke edelman van Broad Oak en Bronington, twee
landgoederen in Wales.
Er komt een blijde glans in Katharines ogen.
‘Daar is mijn vader!’ roept ze. ‘Misschien weet hij wel raad.’
Even later horen ze de klink van de achterdeur oplichten.
Als vader Matthewes de kamer binnenkomt, kijkt hij even verte-
derd naar de kleine John, zijn stamhouder.
Dan legt hij zijn hand op de schouder van zijn schoonzoon Philip.
‘Jongen, ik heb alles al gehoord. Maak je maar geen zorgen.
Moeder en ik willen dat jullie zo gauw mogelijk naar Broad Oak
verhuizen.
Ons huis is groot genoeg voor twee families.
Bovendien vinden wij het fijn dat jullie kind op Broad Oak geboren
zal worden.
En verder... kinderen, de Heere weet er ook van en Hij zal voor jul-
lie zorgen.
Houd dat vast!’
1,2,3 5,6