9
‘Mijn agenda,’ roept ze, nog voordat ze in de kamer is.
‘Ik moet mijn agenda meenemen, anders krijg ik straf.’
Peter staat bij de tafel en houdt plagend de agenda in
de hoogte.
Mama schudt haar hoofd. ‘Wanneer zorg je ervoor dat
je alle spullen in orde hebt?’ vraagt ze boos. ‘Vanavond
pak je netjes je tas in.Dan kun jemorgen niets vergeten.’
‘Goed mam. Geef nou hier, Peet. Ik moet opschieten.’
Peter houdt de agenda omhoog, zodat Mirjam er niet
bij kan.
Mama grijpt in. ‘Geef onmiddellijk de agenda, Peter.
Mirjam is al laat.’
Met een ruk trekt Mirjam de agenda uit Peters hand,
zodat ze bijna achterover tuimelt.
Als ze bij haar fiets komt, fietst er juist een buurjongen
voorbij. Omdat ze haar fiets midden op het pad heeft
gezet, kan de jongen de fiets niet ontwijken.De fiets valt
om en de jongen kijkt verontwaardigd naar Mirjam. Hij
fietst door en Mirjam raapt de fiets op.
‘Dankjewel voor het omgooien,’ roept ze hem boos na.
‘Eigen schuld,’ roept de jongen terug, ‘moet je je fiets
niet zo midden op het pad zetten.’
Mirjamhaast zichnaar school.Zemoet heel hard fietsen,
want ze zag op haar horloge dat het al zeven minuten
voor half negenwas.Gelukkig is de school niet ver,maar
ze weet niet of ze het in zeven minuten zal halen. Er
staat een stevigewind die in haar gezicht blaast en haar
tegen probeert te houden. Ze moet heel hard trappen.
1,2,3,4 6,7