8
Mirjam antwoordt niet en rent naar boven.
‘Hé, kijk je uit, zus?’ klinkt het boos op de trap.
Peter komt de trap af en wordt bijna door zijn zusje
omvergelopen. Hij kan zich nog net op de been houden.
Met twee sprongen neemt hij de onderste vier treden.
‘Mijnzusjeheeftweer eenshaast,’ lacht hij naarMirjam.
‘Wanneer ga jij eens op tijd komen?’
Mirjam geeft geen antwoord. ‘Als ze te laat komt, is het
haar eigen schuld.Ze treuzelt veel te veel,’ hoort ze Peter
nog tegen mama zeggen.
In de badkamer poetst ze snel haar tanden. Dat doet
ze vanavond wel weer goed. Ze gooit de badkamerdeur
achter zich dicht en roffelt de trap weer af.
‘Mijn schoenen.Waar zijn die?’ roept ze vanuit de gang.
‘O, ik zie ze al.’
Even later vliegt ze met haar jas half aan, de kamer
binnen.
‘Mijn tas. Mam, ik ga.’
‘Niets vergeten?’ vraagt mama nog.
‘Nee, niets. Dag!’ Een snelle kus op mama’s wang en
Mirjam verdwijnt naar buiten. Ze pakt haar fiets uit de
schuur en zwaait naar mama, die achter het raam staat.
Als ze bij de weg komt, bedenkt ze opeens dat ze haar
agenda vergeten is. En de juf heeft gezegd dat ze straf
krijgt als ze haar agenda vandaag weer niet bij zich
heeft. Wat een geluk dat ze er nu nog aan denkt! Snel
keert ze en gaat ze terug naar huis.
Vlak voor de poort zet ze haar fiets op de standaard en
loopt snel naar de achterdeur.
1,2,3 5,6,7