Pagina 5 - Jacht

9
fiets kopen.’
Zo’n ouwemensengeval? Mij niet gezien,’ lacht Tim.
Ze fietsen terug langs de bosrand. Aan de andere kant is het hei-
develd.
Ik weet dat we bijna thuis zijn, maarre...’
Tijd voor een plaspauze,’ vult Tim aan.
Precies.’
TimenSil stappenaf enduwenhun fietsennaardekant vanhet pad.
Achter een grote boom zetten ze hun fiets neer. Zoals ze gewend
zijn, zetten ze hun fiets op slot.
Al zou iknietweten,wiehier een fiets zoustelen,’ zegt Sil grinnikend
als hij het sleuteltje in zijn zak steekt.
Een eekhoorntje misschien,’ lacht Tim.
De jongens lopen een paar meter het bos in. Al snel zijn ze weer
terug.
Zo, hèhè!’ zucht Sil.
Tim knikt. Hij kijkt omhoog. De bladeren van de bomen vormen
hier een dik dak waar de zon nauwelijks doorheen komt.
Sil haalt een fleswater uit zijn fietstas. Omdebeurt drinkenze eruit.
Rustig hier! Op het strand zouden we nu hutjemutje gezeten heb-
ben. Ik heb hier nog geen mens gezien,’ zegt Tim tevreden.
Nou, geen mens... daar loopt iemand,’ wijst Sil.
Oké, één mens dan.’
Wel een raar mens, hoor,’ voegt Tim er even later aan toe.
Ook Sil is naar deman blijven kijken. Ondanks de warmte heeft de
maneenlangebroekaaneneendunne truimetopgeroldemouwen.
Wat doet ie raar met dat mobieltje.’
MobielTJE? Dat is een koelkast, joh!’
De man houdt een grote, zwarte telefoon plat in zijn handen. Hij
kijkt er voortdurendnaar. Soms staat hij even stil endrukt hij opwat
knopjes. Langzaam loopt de man weer door. Bij een groepje strui-
ken enbomenopde hei blijft hij staan. Hij bestudeert het apparaat