Pagina 5 - De Stormvogel

11
nog een schepje bovenop. Vossie loopt steeds meer op hem in.
Plotseling schiet Abe een zijweg in.
Daar ligt het gehucht bij de molen.
Abe is al een stuk op weg als Vossie een kreet geeft: ‘Abe, Abe,
kijk uit!’
Vossie ziet dat er eenmolenwiek naar beneden zwaait. Abe wil
wegduiken, maar het is al te laat. De wiek treft hem vol tegen
zijn schouder. Door de klap vliegt Abe door de lucht en blijft
dan slap in het gras liggen.
Even lijkt Vossie verlamd te zijn, dan rent hij om de draaiende
wieken heen en knielt bij Abe neer.
Abe! Abe!’
Abe blijft roerloos liggen. Vossiehoort voetstappenachter zich.
Van verschillende kanten komen er mensen aanlopen.
Och, wat vreselijk!’ jammert een vrouw, ‘ik zág het gebeuren.’
We moeten een dokter halen!’ roept een koopman.
Ja, die jongen moet hulp hebben,’ schreeuwt een ander.
Kijk, er komt net een dokterskoets aan,’ wijst de molenaar.
De koopman en de molenaar hollen naar de weg en springen
met gespreide armen voor de koets. De paarden steigeren
verschrikt.
De koetsier, die zat te dommelen, schiet overeind. ‘Zijn jullie
gek geworden?’
Er is een ongeluk gebeurd!’
De dokter inde koets heeft het al gezien.Met zijn tas inde hand
springt hij uit de koets. Een grijzeman in deftig zwart. Hij loopt
vlug naar de plek waar Abe in het gras ligt. Daar onderzoekt hij
Abe door zijn armen heen en weer te bewegen en tegen zijn
schouder te duwen.