13
trekken ze hun jas aan en gaan naar huis. De morgen
is vlug voorbijgegaan.
Rietje en Tineke lopen weer samen. Rietje is het eerst
thuis enTineke gaat alleenverder.Moeder kijkt al voor
het raam. Ze ziet Tineke en zwaait naar haar. Tineke
loopt achterom naar de keukendeur.
‘Dag mam,’ roept ze. ‘Ik mag bij Rietje komen spelen
als ze jarig is.’
‘Zo, zo, dat zal een groot feest worden, denk ik.’
‘Ja,enRietjesmoeder bakt pannenkoeken en er komen
nog meer vriendinnetjes.’
‘Fijn zeg, maar trek nu eerst je jas maar uit,’ zegt
moeder.
Tineke hangt haar jas aan de kapstok en loopt weer
naar de keuken.Moeder staat bij het fornuis. Het eten
is bijna klaar. ‘Gaan we vlug eten?’ vraagt Tineke. ‘Ja
hoor, als vader er is. Ga maar kijken of hij er al aan-
komt.’ Tineke loopt naar het raam en ja hoor, daar
komt vader.
‘Ha,Tinus,’ zegt vader.‘Tinus’, dat zegt vader wel eens
meer voor een grapje.
Maar Tineke zegt: ‘Ik ben toch geen jongetje!’
‘O nee, dat is waar ook. Nou, Tineke dan. Is het nu
goed?’ Ja, vader maakt graag grapjes met Tineke.
Ze gaan nu aan tafel zitten om te eten, maar Tineke
raakt niet uitgepraat over de verjaardag van Rietje en
over het kerstfeest.
‘Ik heb een mooie kerstklok geplakt en juf hangt alle
werkjes op, dan kunt u het zien als het kerstfeest is
en...’
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11