11
Ja, ze moeten elke dag twintig minuten lopen naar school.
Met de fiets vindt moeder nog te gevaarlijk.
Dat mag over een poosje misschien.
Lopen is gezond, zegt moeder altijd.
Wie het eerste thuis is! roept Maaike. Ze zet het op een
lopen.
Ze rennen om het hardst. Maaike wint het. Zij is ook iets
groter.
Mam, we zijn thuis, met ons rapport! roept ze bij de deur.
En ik heb een verrassing! Ries springt in het rond.
Dag kinderen, wat een drukte maken jullie, lacht moeder.
Ze heeft kleine Herman op haar arm. Dukte... dukte...
kraait hij.
Hij steekt zijn handjes uit naar de rapporten van de kinde-
ren.
Moeder zet de kleine wildeman gauw in de kinderstoel.
Rapporten zijn niet voor kleine kinderen.
Laat maar eens gauw kijken, zegt moeder.
Ze slaat haar handen in elkaar.
Wat een mooi rapport Maaike. Daar ben ik echt heel blij
mee. En jij Ries, waar is jouw rapport?
Ries lacht. Ik heb een briefje bij mijn rapport.
Een briefje van de juf? Moeder schrikt ervan.
Ries knikt. Ja, het is een briefje van de juf.
Moeder begrijpt er niets van.
Een briefje van de juf bij zijn rapport... en Ries lacht erom.
Dan geeft hij zijn rapport met het briefje aan moeder.
Maaike kijkt gauw mee als moeder eerst het briefje leest.
Wat staat er in? Luister maar:
1,2,3,4,5,6 8