9
Dat is waar. Ries kijkt eens naar Maaike. Ze is wel erg
knap.
Hij weet wel wat een keukentafel is en een klaptafel... maar
tafels van sommen die je uit je hoofd moet leren... nee, dat
is te moeilijk hoor.
Dan beginnen zijn ogen te schitteren. Hé, Maaike, maar ík
heb lekker een briefje, een briefje van de juf en jij niet!
Maaike staat zomaar helemaal stil.
Een briefje? Laat eens gauw kijken!
Nee hoor, straks thuis. Het is een verrassing.
Ries houdt zijn handen stijf op de rug. Het briefje heeft hij
tussen zijn rapport gestoken. Dan kan het niet kwijtraken.
Toe joh, doe niet zo flauw. Laat es zien.
Maar Ries begint weer te hollen. Moeder mag het eerst
zien!
Maaike kijkt een beetje jaloers. Wat zou het voor een briefje
zijn?
Vast een leuk briefje, want Ries kijkt zo blij.
Je krijgt drie knikkers van me, als ik het zien mag.
Nee!
Een poëzieplaatje dan?
Ook niet!
Dan holt Maaike ook maar weer mee. Hoe eerder ze thuis
zijn, hoe eerder ze het weet. Hè, is dat even rennen.
En nog zijn ze niet thuis. Eerst deze hoek om en dan nog
een hoek om. Bij de kerk oversteken en dan de lange weg
rechtuit.
Het laatste huis aan de rechterkant is het huis van Maaike
en Ries.
1,2,3,4 6,7,8