Mij zal niets ontbreken

15 blijdschap heerst en het aan niets ontbreekt - daar heb- ben degenen die schapen zijn van deze Herder, waarover deze psalm spreekt, geen gebrek aan welk goed dan ook. Ze zijn rijk verzorgd, niet alleen naar de ziel, maar ook naar het lichaam. Zo zegt Christus het in Mattheüs 6 vers 33: Zoekt eerst het Koninkrijk Gods. Immers, als het Woord van God recht en zuiver wordt ver- kondigd, is het heel nuttig. Dan brengt het vrucht voort, naar de vele namen die de profeet het hier geeft. Het is voor hen die er toegewijd en met ernst naar luisteren. Onze Heere God beschouwt alleen hen als Zijn schapen. Het is een aangenaam, groen gras, waardoor ze verzadigd worden, en een koele dronk die hen verkwikt. Zo houdt het Woord hen ook in het rechte spoor. Het bewaart hen, zodat hun geen rampspoed of leed overkomt. Voor hen is het blijvend een goed leven bij het Woord. Er is eten en drinken, er is velerlei vreugde en een overvloed aan aan- gename dingen. Het wil zeggen dat ze niet alleen door Gods Woord onderwezen en geleid, verkwikt, gesterkt en getroost worden, maar ook aldoor op de rechte weg wor- den gehouden. In velerlei nood, zowel naar het lichaam, als naar de ziel worden ze beschermd. Uiteindelijk over- winnen ze, en zegevieren ze over alle aanvechting en beproeving - en wat ze moeten doormaken, is veel, zoals in vers 4 staat. Kort gezegd: ze leven heel veilig. Ze leven als mensen aan wie geen leed kan overkomen, omdat hun Herder hen weidt en beschermt. Uit deze psalm moeten we daarom leren dat we Gods Woord niet mogen verachten. Integendeel, we moeten

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==