Goede belijdenis

11 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten. P S A L M 5 1 : 6 Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen de H EERE . En Nathan zeide tot David: De H EERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven. 2 S A M U Ë L 1 2 : 1 3 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God, niet verachten. P S A L M 5 1 : 1 9

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==