Waarvoor leef ik?

13 uit. Na mijn dood ligt er wel een prachtig leven achter mij.’ Hoe ik ook praatte, linksom of rechtsom, dood was dood voor hem. Er is tenslotte nog nooit iemand teruggekomen. Ook had hij nog nooit een telefoontje of seintje van boven gehad. Hij vond het wel jammer dat hij na zijn dood geen koffie met slagroommeer zou krijgen. Dat vond hij zo lekker ... Niet met het sterven zitten. En dan éénennegentig jaar zijn! Het isdemenszondergenadetenvoetenuit.Ookdekerkmens! Zonder liefdetotdeHeereleven. Endandoorgaanalsofergeen vuiltje aan de lucht is. Alsof we altijd zullen blijven leven. Met andere woorden: we zijn dan dood voor de dood. We beseffen dan de ernst van het sterven niet. Het interesseert ons niet. Misschien levenwemet eenmooi kerkelijk jasje, maar zijnwe tochdood. Eenmooie jasmet kapotte zakkeneneenversleten voering lijkt heel wat aan de buitenkant. Maar het blijft een versleten jas. Deze man en ook wij hebben Christus nodig. Hij verandert én vernieuwt mensen. Hij alleen is de Zaligmaker. Als Hij je vernieuwt, herkennen we deze man vanbinnen. Dood voor de dood, dat wordt dan mijn schuld. Dan wordt Christus, het Leven, alles.Hijgingvoorgeestelijkdodendedoodin.Hij stond ook weer op. Hij zal ervoor zorgen dat Zijn schapen Zijn stem horen. Zo krijgt de Heere de eer!

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==