Wilhelmus à Brakel

16 hem niet voldoende. Iets anders gaf de doorslag. Hij had ’s nachts een geestelijke ervaring, waarin hij zag dat de hemel zich opende. Die ervaring maakte veel indruk op hem: ‘Dat was zo heerlijk, dat ik het niet kan uitdrukken of met iets anders kan vergelijken. Uit die geopende hemel kwam, of in de opening van de hemel was een licht, dat onvergelijkbaar was met welk ander licht dan ook.Het ging zelfs het licht van de zon als die op haar krachtigst schijnt, in klaarheid, liefelijkheid en heerlijkheid te boven. Het was een heel ander licht. Uit die geopende hemel kwameen stem: Ik heb u ertoe [tot het ambt van predikant] geroepen, ja, Ik heb u ertoe geroepen. Ik wist dat de Heere dit tegen mij zei en dat was mij genoeg. Ik was verblijd en met vrolijkheid en blijmoedigheid nam ik het werk aan en liet mij examineren.’ Dit getuigenis maakte veel indruk op zijn zoon. Vooral de manier waarop zijn vader het vertelde, was aangrijpend, aldus Wilhelmus. Hij vond er geen woorden voor om te schrijven met wat een eerbied, verwondering, liefelijkheid en gezichtsuitdrukking zijn vader hem dit vertelde. 4 4. Theodorus à Brakel, De trappen des geestelijken levens, 303-304 (uitgave Kool, Veenendaal 1981). Theodorus à Brakel. In 1687werd dit por- tret uitgegeven te Rotterdam bij Reinier van Doesburg.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==