Hemels onderwijs - page 8

- 15 -
ons vlees ingaat. Hoe nodig waren de ontdekkende onder-
wijzingen in de dagen van de rondwandeling van Christus.
Een tijd die gekenmerkt werd op het kerkelijk erf door on-
wetendheid en oppervlakkigheid aangaande de wezenlijke
zaken betreffende het geloofsleven. Zie dit aan bijvoorbeeld
Nicodémus, een leraar in Israël, een overste van het volk. Hij
was onbekend met de noodzakelijkheid van wedergeboorte.
Hij sprak dit in opperste verbazing uit toen hij het nachtelijk
onderwijs ontving van de Zaligmaker.
Men kende toen over het algemeen gesproken geen strijd en
worsteling om waarheid in het binnenste. De gedachte om
als vanzelfsprekend aan te nemen te behoren bij het uitver-
koren volk, deed grote opgang in die dagen.
Johannes de Doper, als wegbereider voor Christus, en de Za-
ligmaker Zelf spraken uitsluitend vanuit de Schrift. Zij her-
haalden de profetieën van de profeten van de oude dag, maar
gezien de reacties vanuit het volk en de oversten, leek het
alsof het een geheel nieuwe leer betrof.
Er is wat dat betreft geen nieuws onder de zon. Is dit niet
kenmerkend voor onze tijd en het kerkelijk leven in het al-
gemeen gesproken? Wereldgelijkvormigheid en oppervlak-
kigheid zijn niet de enige vijanden die een sterke bedreiging
vormen. Ook de gedachte vat steeds meer post dat wij moe-
ten groeien in het geloof, zonder dat er gesproken wordt van
de noodzakelijkheid van wedergeboorte.
Heeft het Woord Gods onze levensweg gekruist? Zijn wij tot
stilstand gebracht op de brede weg, tot inkeer tot onszelf en
tot wederkeer tot God? Kennen we iets van schaamte omdat
wij tegen de goedheid Gods zwaar en menigmaal gezondigd
hebben? Is het ons hartelijk verlangen om in de weg van de
Schrift geleid en geleerd te worden? Verstaan we iets van de
droefheid naar God, van het mishagen ziende op onszelf? En
gaan wij daarom met geheel ons hart uit tot Hem, Die Zich-
1,2,3,4,5,6,7 9,10
Powered by FlippingBook