- 14 -
Als Jezus gezeten is op de berg, lezen we: ‘En Zijn mond ge-
opend hebbende, leerde Hij hen ...’
Degenen die echt om onderwijs verlegen zijn, zullen dit ook
ontvangen. Wie Hem nederig valt te voet, zal van Hem zijn
wegen leren. Wat een liefelijke onderwijzingen gaf Salomo.
Wat verwonderde men zich over zijn uitnemende wijsheid;
maar zie, meer dan Salomo is hier. Als Hij het Woord spreekt,
dan vloeit Zijn mond steeds over van Gods eer, gelijk een
bron zich uitstort op de velden.
Hoe schoon zal Zijn rede geweest zijn. De schare luisterde
vol verbazing en ontzag. Immers, Hij leerde hen als Macht-
hebbende en niet als de Schriftgeleerden. Hij loste alle zie-
lenraadsels op. Hij spreekt tot waarschuwing van de zondaar
die nog wandelt op de brede weg des verderfs, tot ontdek-
king van de geveinsde die zich beroemt in eigengerechtig-
heid en werkheiligheid.
Hij opent de Schrift en het gaat Hem om de verheerlijking
van de deugden des Vaders en om het behoud van arme en
verloren zondaren. Hij vertroost de treurigen en richt het
gebogene op. Hij geeft sieraad voor as, vreugdeolie voor
treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest
(Jes. 61:3). Nog wil Hij in de weg der middelen door Woord
en Geest het verbrokene helen, de nooddruftigen genade ge-
ven en de verbrijzelden verheugen.
Als u door genade tot Hem mag komen, zal Hij u onderwij-
zen en u leren hoe u als zondaar nochtans zalig kunt en zult
worden in een Godverheerlijkende weg. Het mag dan wel
uw bede zijn: ‘Leer mij, Heere, Uw weg; ik zal in Uw waar-
heid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams’
(Ps. 86:11).
Wanneer deze hoogste Profeet en Leraar ons door Geest
en Woord gaat leiden en leren, dan is dat een weg die tegen
