De wijde en de enge poort

18 op een smalle weg. Hun geweten en de Bijbel zullen hen in hun natuurlijke neigingen niet hinderen, maar ze zullen alle ruimte krijgen voor de ijdelheid van hun geest, voor de afkeer van hun wil tot het goede, voor hun geneigdheid tot het kwade en hun ongeregelde gevoelens. Het tweede is het gebruik dat er van deze poort wordt gemaakt. Er wordt veelvuldig gebruik van gemaakt: velen zijn er die door dezelve ingaan. Dat de poort zo wijd is en de weg zo breed, dat aan de reizigers zo veel aangename dingenworden geboden, nodigt de mensen ernaartoe. Het heeft zoveel vat op de mensen, dat de grote massa van de wereld deze weg gaat. Vleselijk gezinde mensen verschillen heel sterk van aard en zijn elkaars tegendeel: er zijn gierigaards en verkwisters, wereldsgezinde mensen enmensen die sterk hechten aan de uiterlijke vorm. Hoe tegengesteld ze echter aan elkaar zijn - daar ontmoeten zij elkaar. De poort en de weg zijn zo breed, dat er voor elk van hen een pad is. Het derde is het einde, en de gang ernaartoe. Het einde is de ondergang, en daarheen neigt die weg; hij leidt de mens weg. Al zijn de poort en de weg gemakkelijk, dan is toch elke stap daarop een stap naar de eeuwige ondergang. Hoe uitnodigend het begin en de voortgang ook zijn, het einde van die weg is verschrikkelijk. Aan het einde van de brede weg is een afgrond, en dat moge de mens er bang voor maken aan die weg te beginnen. Het tweede deel van de reden is, dat hoewel de poort waarheen wij worden geroepen om erdoor binnen te gaan, inderdaad moeilijk is, die toch veilig en voortreffelijk is. Ten eerste. Het wezen van de poort en de weg die erop aansluit. De poort is eng. De ingang tot de weg van het dienen van God is moeilijk. Het zal heel wat vastberadenheid vergen om door die poort binnen te gaan. Lukas 13 vers 24: Strijdt om in te gaan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==