7
De schuldvraag. Dat is een heikel punt, omdat wij mensen allemaal eender zijn.
We willen wel meeleven, troost, hoop en een hart onder de riem, maar niets con-
fronterends. Niemand moet met zijn vinger naar ons wijzen en zeggen: ‘Gij zijt
die man’ (2 Samuël 12:7). En toch is dat de enige weg tot ware troost en moed.
En de H
EERE
God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?
G E N E S I S
3 : 9
En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van die boom
gegeten, van welke Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt?
G E N E S I S
3 : 1 1
Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen,
dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen.
M A T T H E Ü S
1 5 : 1 9
Want ik ken mijn overtredingen; en mijn zonde is steeds voor mij.
P S A L M
5 1 : 5
o
1,2,3,4 6,7