3 JANUARI
En oefen uzelf tot godzaligheid.
1 Timotheüs 4:7
Wat is godzaligheid? Godzaligheid is de Heere in geest
en waarheid dienen.
Iemanddie godzalig leeft, begeert deHeeremet zijnganse
hart te dienen en lief te hebben. Hij wenst op deHeere te
betrouwen.Hijbeveelt zijnziel aanzijngetrouweSchepper
met weldoen. Hij wenst met Asaf te zeggen: ‘Wie heb ik
nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op
de aarde.’ Alles wat hij doet, wenst hij in nederigheidmet
zijn hart te doen. Hij begeert God te verheerlijkenmet al
de vermogens van zijn geest en met al de leden van zijn
lichaam. Hij is met een harteloos lezen, zingen en bid-
den niet tevreden. Omdat hij gedurig bevindt dat hem
duizend ellendigheden en gebreken, zelfs onder zijnbeste
verrichtingen nog blijven aankleven, en dat menigmaal
zijn hart niet mee wil, maar aan de zonden gebonden zit,
daarom gaat hij gedurig in zijn binnenkamer. Hij klaagt
daar over zijn ellende, en roept de kracht van de Heere
Jezus in. Hij zoekt door Christus tot God te gaan. In één
woord: hij bemint de Heere en Zijn dierbaar Woord, en
naar de regel van dat Woord wenst hij te wandelen op
reis naar de eeuwigheid.
In deze godzaligheid nu wil Paulus dat Timotheüs zich
oefenen zal. Of, laat ik liever zeggen: in deze godzaligheid
wil de Heere dat de christen zich oefenen zal. Ook heden
wordt u toegeroepen: ‘En oefen uzelf tot godzaligheid.’
Lezen: 1 Timotheüs 4:6-12