9789033131189

9 Hoofdstuk 1 ‘Wat ben je mooi!’ Thirza kijkt met bewondering naar haar zus Eline, die midden in de kamer staat. Ze heeft een prachtige witte jurk aan met veel kant en tule, een sluier en een sleepje. Het boeket zou ze zelf graag een poosje vast willen houden. Precies de kleuren waar zij van houdt, zijn erin verwerkt: roze, wit en groen. Eline kijkt haar glimlachend aan. ‘Dankjewel, zusje.’ Marien komt naast Eline staan en legt een arm om haar heen. ‘En ik dan?’ Marien kijkt Thirza met pretlichtjes in zijn ogen aan. ‘Jij bent de mooiste man!’ Iedereen barst in lachen uit. Ongemakkelijk kijkt ze om zich heen. Flauw, want ze meent het. Dat donkerblauwe pak staat hem geweldig. ‘Dat zeg je over een paar jaar niet meer,’ plaagt Nathalie, haar andere zus. ‘Want dan is jouw vriend de mooiste man.’ ‘Misschien blijf ik alleen.’ Nathalie schiet in de lach. ‘Degenen die dat het hardst zeggen, zijn het eerst getrouwd.’ Thirza haalt haar schouders op en geeft geen antwoord. Ze zou het eigenlijk heel gaaf vinden om net als Eline zo’n prachtige trouwjurk aan te hebben. Een sluier op haar hoofd of bloemen in haar haren. En dan net zo’n mooi boeket te hebben als haar zus nu heeft. Ze kijkt dromerig voor zich uit. Voorlopig heeft ze nog heel veel andere dingen aan haar hoofd. Ze zit in het examenjaar van het vmbo en daarna wil ze een beroepsopleiding gaan doen in de zorg. En een vriend heeft ze nog niet. Ze is vijftien. Dus over trouwen hoeft ze

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==