9789033131035

13 ‘Ja, hallo,’ protesteert haar twaalfjarige zus. ‘Ik ben je slaaf niet. Doe het lekker zelf.’ Ellemijn haalt haar schouders op. ‘Van je lieve puberzus moet je het maar hebben.’ Ze pakt haar bord en zet dat met een klap in de vaatwasser. ‘Dat moet jij zeggen.’ Toch pakt Bibian het bestek en het glas van Ellemijn van tafel. ‘Ga nou maar.’ ‘Zus, bedankt. Nu ga ik snel.’ ‘Werkse.Tot acht uur?’ roept moeder haar na. ‘Gelukkig wel, want ik moet vanavond mijn Nederlands nog leren. En morgen krijgen we informatie over de presentatie.’ Ellemijn steekt haar tong uit. ‘Daar heb ik echt geen zin in.’ ‘Dat komt vast goed. En je hebt hulp genoeg: je vader en ik willen je helpen en Dexter en Milou ook. Maar schiet nu maar op, anders kom je te laat.’ Terwijl Ellemijn haar fiets pakt, ziet ze dat haar vader zijn auto parkeert. Snel rijdt ze naar hem toe. ‘Hé, Ellemijn. Gaan we nog niet eten?’ ‘Ik heb al gegeten, want ik moet om zes uur werken.’ ‘Dat is waar. Sorry dat ik zo laat ben, maar om vijf uur kwam er nog een man met een afgebroken verstandskies. Die kon ik niet naar huis sturen. Hij was alleen zo bang voor de tandarts dat zijn vrouw erbij moest blijven toen ik hem hielp.’ Ellemijn schiet in de lach. ‘Kunt u dan uw lachen verbergen?’ ‘Niet echt. Hij zag er namelijk superstoer uit met zijn wilde haren en tattoos op zijn armen.’ ‘Ik had die man wel eens willen zien, want...’ Ellemijn schrikt als ze de tijd op het horloge van haar vader ziet. ‘Vijf voor zes? Ik ga.’ Om één minuut over zes trekt ze snel haar blauwwitte vest aan, bindt haar lange, blonde haren met een elastiekje in een staart en loopt de winkel in. ‘Ha, daar ben je toch.’ Jeroen, die de leiding over de vak- kenvullers heeft, wijst naar het vak met de potten en pakken

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==