9789033129995

14 De dolfijn legt haar hoofd op zijn schouder. Nicky krijgt er een warm gevoel van. ‘Lenno, soms ben ik jaloers op jou. Hoe jij met de dieren omgaat. Hoe bezorgd je nu weer bent om Arro.’ ‘De dieren zijn alles voor mij.’ Lenno aait Sousca. ‘Ik ben er in de jungle mee opgegroeid.’ Dan zwemt Sousca weg en bij de boot klapt ze heftig met haar staart op het water. ‘Volgens mij wil ze dat we meegaan om Arro te zoeken,’ zegt Vince. ‘Waarom gaan we niet op zoek?’ ‘Het mag niet van mijn vader,’ zegt Lenno somber. ‘Het wordt te snel donker om nog een paar uur weg te gaan.’ De drie vrienden laten het haventje achter zich. Nicky kijkt achterom. Ze mist het krassende vrolijke geluid en geklets van Arro. Ze vliegt nu niet rakelings over haar heen om op Lenno’s schouder te landen. Lenno loopt voor haar uit, met zijn hoofd een beetje gebogen. Lenno is niet compleet.