9789033129995

13 ‘Arro is weg …’ ‘Wat?’ herhaalt Nicky. Ze kijkt in de donkere ogen van Lenno, die nu wel zwart lijken. ‘Dat is wat ik miste.’ Vince slaat tegen zijn voorhoofd. ‘Arro.’ Nicky weet niet wat ze moet zeggen. Arro, de lieve blauw met gele papegaai, die altijd bij Lenno in de buurt is. Die altijd op hem wacht … ‘Ik kwam bij het dorp vandaan en wilde een stukje om varen. Arro vloog voor me uit en verdween tussen de hoge bomen verder de jungle in. Daarna heb ik haar niet meer gezien.’ Vince doet een stapje naar voren en legt zijn hand op Lenno’s schouder. ‘Arro kan toch elk moment aan komen vliegen.’ Het klinkt bemoedigend en Nicky geeft hem gelijk, maar durft dit niet te zeggen als ze ziet hoe bezorgd Lenno kijkt. Ze turen met elkaar over de brede rivier de jungle in. Alsof elk moment een blauw stipje zich van het groen los zal maken en groter worden en dan Arro blijkt te zijn. Maar er is niets te zien. ‘Wat zou er aan de hand kunnen zijn?’ vraagt Nicky bezorgd. ‘Geen idee,’ verzucht Lenno. ‘Kan een papegaai ook een ongeluk krijgen?’ vraagt Vince. Nicky probeert een lach in te houden. Vince geeft haar een duw. ‘Ik denk serieus mee, hoor.’ ‘Heeft een papegaai natuurlijke vijanden in de jungle?’ vraagt Vince verder. ‘Geen natuurlijke vijanden,’ zegt Lenno zacht. Nicky begrijpt meteen wat hij bedoelt. In de jungle gebeuren ge- noeg gevaarlijke dingen die de natuur en ook de dieren bedreigen. Maar daar is de mens de oorzaak van. Sousca draait onrustig rondjes in het water voor hen. ‘Sousca mist Arro ook, ze zijn altijd samen.’ Lenno buigt naar haar toe. ‘Ga niet terug de jungle in. Ik wil jou ook niet kwijtraken.’

RkJQdWJsaXNoZXIy