9789033129957

7 Hoofdstuk 1 ‘Mam, ik heb reuzehonger. Ligt er nog iets lekkers in de kast?’ Zonder een antwoord af te wachten, trekt Jacomijn al het deurtje open van de kast waarin de koeken, chocola en chips bewaard worden. ‘Hoi Jacomijn. Hoe was het op school?’ antwoordt moeder onver- stoorbaar. ‘O, ook hoi,’ mompelt Jacomijn. ‘Het ging wel. Mag ik?’ Ze houdt een zakje stroopwafels omhoog. Moeder knikt. ‘Vooruit dan. En met die honger zal het wel meevallen. Trek zul je bedoelen.’ Jacomijn luistert niet eens meer, maar zet haar tanden gretig in de stroopwafel. Met de andere hand trekt ze haar schooltas naar zich toe. ‘Een rep voor morgen,’ mompelt ze met volle mond. ‘En een opdracht voor Nederlands. Ik zal blij zijn als het vakantie is.’ Het antwoord van haar moeder wacht ze niet af. Ze verdwijnt met koek en tas in de gang. De deur klapt achter haar dicht. Ze heeft anderhalf uur voordat ze gaan eten. Ze kan kiezen: lekker lezen in dat leuke meidenboek dat ze van haar vriendin Martine heeft geleend, of gaan leren. Eigenlijk gaat ze veel liever eerst iets leuks doen na een dag school, maar als ze nu aan dat Frans gaat beginnen, heeft ze vanavond een uurtje tijd over. Ze is nog in dubio als haar mobiel gaat. Martine! Jacomijn gaat op de onderste traptree zitten. Haar schooltas ligt ach- teloos halverwege de gang. Ze slikt snel een hap van haar stroopwafel weg. ‘Hey, kun je me niet missen?’ plaagt ze, denkend aan een kwartier geleden toen ze nog samen uit school fietsten.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==